Schoolhond: een goed idee?
Dit blog is ontstaan nadat ik online in discussie kwam met leraren die een schoolhond hebben en er laaiend enthousiast over zijn. Om even te kaderen: we hebben het hier over een schoolhond, een hond (vaak van één van de leraren) die in de klassen verblijft, en niet over een hulphond, een hond die kinderen kunnen hebben als gevolg van hun handicap.
De opkomst van de schoolhond is voor mij de zoveelste hype die geen hout snijdt. Houd me ten goede: ik ben een dierenvriend, maar dieren horen wat mij betreft niet in een school. Zeker niet in dienst van de mens, kinderen in dit geval. Leuk als kinderen ze meenemen voor hun spreekbeurt, maar daarna hup fijn weer naar huis.
Een hond in de klas, dat klinkt leuk maar is dat het ook? Ik vind dit een zeer zorgelijke ontwikkeling. Aan heel het schoolhondgebeuren ligt namelijk een groot confirmation bias ten grondslag: het is (vaak) bedacht door leraren die zelf een hond hebben, van honden houden en ervan uit gaan dat iedereen die liefde deelt. Elke ‘fantastische’ ervaring heeft dat beeld vervolgens alleen maar versterkt. Maar dat is niet juist gedacht. Niet iedereen vindt het fijn om een hond in zijn omgeving te hebben, sommigen zijn er zelfs helemaal niet van gediend.
Voorstanders van de schoolhond geven aan dat er wetenschappelijk bewijs is voor een hond in de klas. Ik kan je vertellen: het onderzoek naar de schoolhond is nog mager.
Het hebben van een hond is een privé-aangelegenheid, niet iets voor een openbare instelling* als een school. Voorstanders van de schoolhond geven aan dat er wetenschappelijk bewijs is voor een hond in de klas. Ik kan je vertellen: het onderzoek naar de schoolhond is nog mager. Dat kan ook niet anders, pas sinds een aantal jaren worden honden gebruikt in onderwijs en hulpverlening. Alhoewel sommige onderzoeken bemoedigend lijken is meer onderzoek nodig. Naar de onderzoeken die er zijn, kijk ik met enige voorzichtigheid. Zo omschrijft een onderzoek verbeterde prestaties op lezen omdat leerlingen aan een hond mogen voorlezen en zo leeskilometers maken. Dat klinkt mooi, maar is dit vergeleken met verbeterde leesprestaties met hondenloze methodieken die al jaren hun dienst bewijzen? Dat antwoord is nee.
Er wordt maar bij een aantal aspecten stilgestaan, lang niet bij alle.
Het gras mag aan de andere kant dan groener lijken, maar dat is het misschien helemaal niet. Een nieuw veld om te verkennen dus, zou je zeggen. Maar besef wel dat deze onderzoeken kijken naar het effect dat een hond heeft op prestaties en psychisch en sociaal functioneren, niet naar andere aspecten die ook aan de orde zijn. Zijn er ook studies die zicht geven op de volgende, niet onbelangrijke, aspecten van het houden van een hond in de school?:
- Allergieën – Ondanks dat er inmiddels rassen zijn waar mensen met een allergie tegen zouden moeten kunnen, leert de praktijk dat niet iedereen ook tegen deze honden kan. Een hond uit de buurt houden is dan niet voldoende. Jeuk, rode ogen en kortademigheid kunnen zich al voordoen als een kind in een ruimte stapt waar eerder een hond was. Voor deze kinderen moet de school een veilige omgeving zijn. Over allergieën moet niet licht gedacht worden.
- Angsten van kinderen – Je zou kunnen bepleiten dat angsten overwonnen kunnen worden, maar is dat iets voor de schoolsetting? En bepaalt de school dan dat die angsten overwonnen moeten worden en ook nog eens het moment?
- Bijtgevaar – Onder aan de streep: een dier is een dier en daarmee onberekenbaar. Daar kun je nog zoveel veiligheidsprotocollen op loslaten, een dier in het nauw heeft een paar opties als hem iets niet zint, dat is met een knauw of een uitval, want praten kan hij niet.
- Culturele verschillen als het gaat om houden van dieren – Het is heel westers om dieren te houden, van ze te houden en ze te behandelen als lid van het gezin. Niet in iedere cultuur staat de viervoeter op zo’n hoog voetstuk en wordt het ‘vies’ geacht als een hond in leefruimten van mensen is, bij de eettafel ligt of het bed deelt.
- De leraar – Uiteraard zullen er leraren zijn die dit geweldig vinden, maar ik weet zeker dat er ook leraren zijn die niet zitten te wachten op twee extra taken: namelijk hondenverzorger en hondentherapeut. Het vraagt organisatorisch ook nogal wat. Ik mag hopen dat de enthousiaste leraren die deze twee extra taken graag op zich nemen niet op de barricade staan als straks de werkdrukdiscussie weer oplaait, maar dat terzijde.
- Laagdrempeligheid van een school – Een school moet een plek zijn waar iedereen zich fijn en veilig voelt. Daarbij moet de school deze veiligheid kunnen garanderen *. Ik vraag me af wat scholen doen als men aangeeft niet van honden in een school gediend te zijn. Wijzen ze die kinderen dan de deur? Zo van, kijk maar naar een andere school? En wat als je kind op een school zit die halverwege zijn schoolcarrière besluit een hond te nemen? Moet je dan weg? Of is het dan slikken? Ook wat dit betreft zijn er teveel haken en ogen.
- You win some you lose some? – Onderzoek geeft nog geen inzicht in contra-indicaties. Ik denk gelijk aan afleiding. Ik zie het zo gebeuren dat een aantal kinderen zo enthousiast is, dat ze continu de hond in het oog houden. Als je aan de ene kant dan wat denkt te winnen, verlies je dan aan de andere kant wat?
Een leraar waarmee ik discussieerde gaf aan dat niet ieder kind opgroeit met dieren en dat dit de uitgelezen kans is voor die kinderen. Zo rap gezegd lijkt deze leraar een punt te hebben, maar als ik er goed over nadenk, vraag ik me af ‘moet je dan opgroeien met dieren?’, zou ik iets wezenlijks gemist hebben in mijn ontwikkeling als ik niet was opgegroeid met dieren? Ik vraag het me af. Die leraar zal vinden van wel, maar welk bewijs is daarvoor? Ik weet het niet. Het enige wat ik kan doen is kijken naar die vele gezinnen die ik ken zonder huisdieren. Alle kinderen zijn opgegroeid tot lieve, sociale en respecterende volwassenen, maar goed, dat bewijst nog niets.
In dierminnend Nederland kan het namelijk niet anders dan dat je buiten of op visite besprongen, besnuffeld of gelikt wordt door een hond.
Daarbij, ik vraag me af of ze daadwerkelijk wat missen. In dierminnend Nederland kan het namelijk niet anders dan dat je buiten of op visite besprongen, besnuffeld of gelikt wordt door een hond. Zelfs in sommige restaurants zijn honden welkom (iets waar ik overigens met mijn pet niet bij kan), dus ook al heb je thuis geen hond, je wordt ermee geconfronteerd of je nu wil of niet, vrijwel overal waar je bent. In die zin is de hond al ieders leven binnengedrongen. Bepleiten dat je iets mist als je het thuis niet hebt, vind ik dan wel heel stellig. Verder wordt bepleit dat kinderen respect leren hebben voor een dier. Daar kan ik inkomen, maar dieren leren respecteren kan toch ook op andere manieren? De schoolhond is daar toch niet de enige route voor? Dat is te kort door de bocht. Respect staat niet gelijk aan het hebben van een schoolhond. Als je dat vindt, dan vind je eigenlijk dat men jouw kijk moet hebben op het houden van een hond.
Het welzijn van de hond, hoe wordt dat gemonitord?
Aan mijn puntenlijstje ontbreekt nog één belangrijk punt: het welzijn van de hond. In oktober 2019 plaatste de Stentor een artikel met als titel ‘Een pup als schoolhond? Dit is uitermate schadelijk voor het dier‘. Raak wat mij betreft en hoewel het in dit artikel om een pup gaat, vind ik de argumenten ook steekhoudend voor volwassen honden. Want waarom moet het dier in dienst staan van de mens? Mag het dier niet gewoon dier zijn? Zijn we de schrijnende beelden vergeten van de wanpraktijken op sommige zorgboerderijen? Zonder goede afbakening is er een kans dat dit ook op enkele scholen faliekant fout gaat. De leraren die ik ernaar vroeg gaven aan voor het dierwelzijn een protocol te hebben opgesteld. Dat klinkt mooi, maar op mijn vragen wat er dan in staat, gaf er maar één antwoord: ‘Als we zien dat de hond het nog leuk heeft, dan is het goed, anders mag hij naar zijn rustplekje of bench.’ Als dit de maatstaf is waarmee we het dierwelzijn van honden in de school in het oog houden dan vrees ik voor de viervoeter in de school. Helaas is niet iedere leraar een César Milan. Dat honden het heerlijk vinden met al die kinderen en al die verschillende baasjes is ook nog maar de vraag. Een hond mag dan een roedeldier zijn, zelfs in het wild levende wolven hebben maar een roedel van 20.
Tijdens een discussie postte iemand dat de Onderwijsinspectie niet tegen schoolhonden is. Oké, zijn ze dan voor? Een mailtje naar de Onderwijsinspectie en, dan ook maar gelijk naar, het Ministerie van OCW leert mij dat zij hier geen uitspraken over doen. Dat is toch echt wat anders dan niet tegen zijn. Beide instanties geven aan dat zij het aan het bestuur en de directie overlaten om zelf invulling te geven aan onderwijs in de breedste zin. En dat ‘de school verantwoordelijk is voor een veilige school. Mocht de hond daadwerkelijk fysiek in de school komen dan kan ik me voorstellen dat een loslopende hond niet wenselijk is maar mocht dit toch gebeuren dan is er geen onderwijsregelgeving die dat beperkt.‘ Daarbij is er, zo werd aangegeven, een rol voor de Medezeggenschapsraad die de stem van ouders vertegenwoordigd. Duidelijk, daar moet de hond het spijtig genoeg mee doen. O, en met de Koninklijke Hondenbescherming uiteraard, zoals uit het artikel van De Stentor blijkt.
Wat mij betreft is de schoolhond het volgende nieuwe idee waar we korte metten mee moeten maken. We weten nog te weinig en uit wat we wel weten komt naar voren dat we hier beter niet onze goede tijd aan kunnen besteden: er speelt teveel en er zijn teveel verschillende belangen. Daarbij blijft de schoolhond onderhevig aan een groot bevestigingsvooroordeel, namelijk de liefde voor een hond waarmee met een roze bril alleen die bewijzen verzameld worden die de eigen ideeën ondersteunen, zonder te kijken naar bijkomende aspecten en dierenwelzijn.
Net na het schrijven van mijn blog (februari 2022) vond ik bij de Rijksuniversiteit Groningen in hun promolokaal een oproep om het effect van de schoolhond in kaart te brengen. Ik ben blij te lezen dat het welzijn van de hond in dit onderzoek een belangrijke plek lijkt te krijgen. Jammer genoeg lees ik niets terug over de andere aspecten (allergieën, bijtgevaar, cultuurverschillen enzovoorts) die een rol spelen bij het in de school halen van een hond. Aspecten die wat mij betreft ook aandacht behoeven.
De meeste Algemeen Plaatselijke Verordeningen (APV’s) verbieden een hond op het schoolterrein.
*In september 2022 mengde ik mij wederom in een discussie op LinkedIn. Naar aanleiding daarvan kwam ik in contact met een jurist die mij vertelde dat de meeste Algemeen Plaatselijke Verordeningen (APV’s) een hond op het schoolterrein verbieden, zoals dat ook verboden is voor alle plekken waar kinderen vrij en veilig moeten kunnen spelen, zoals speeltuinen en speelplaatsen. Ik kan me niet voorstellen dat scholen hun gemeente hebben gevraagd om hen te ontheffen. Zonde van de kostbare tijd, toch? Of gaat het dan onder het mom van: geen slapende honden wakker maken? 🙂
[update oktober 2023] Ik ontving een bericht via pb op LinkedIn van een leraar die nog een punt miste in mijn artikel. Bij haar op school is een schoolhond en zij hoorde bij de kleine minderheid die tegen stemde. De reden om tegen de stemmen zat ‘m voor haar in de tijd die een hond kost. Onderwijstijd dus. Een hond moet uitgelaten en verzorgd worden. Haar tegenargument bleek niet onterecht. De directeur van haar school, die de hond onder haar hoede heeft, is daar zeker zo 1,5 uur per dag mee kwijt. Dat is 7,5 uur in de week. Vindt het bestuur dit goed? Even los van het feit dat het een zeer dure hondenverzorger is, gaat het hier ook om verlies van tijd voor directeurszaken. Daarnaast merkt ze ook dat kinderen soms moeite hebben om bij de les te blijven als de hond in de klas is en dat veel kinderen naar het ‘knuffelplekje’ willen, wat voor veel onrust zorgt tijdens de les.
Wil je reageren? Ik lees je reactie graag! Lees ook eens één van mijn andere blogs.
Naast het artikel van De Stentor waar ik naar verwijs las ik ook het volgende:
Review of the Research: Are Therapy Dogs in Classrooms Beneficial? Jerri J. Kropp & Mikaela M. Shupp
Deze school heeft een hond – het AD
Schoolhond – Ouders van Nu Forum
Esther, ik ben het persoonlijk helemaal met je eens. Ik zie als persoon en als leerkracht geen meerwaarde in het hebben van een schoolhond. De argumenten hiervoor heb je m.i. goed beschreven.
Bedankt voor jouw reactie Suzanne!
Hoi Esther,
Helemaal met je eens. Een dier hoort niet in de school. Mooi in het eigen omgeving laten. Dierendag: ouders mogen hun huisdier laten zien. Aan de lijn. Op het schoolplein buiten. Niet in de school.
Interessant artikel! Ik denk dat het heel nuttig is alle kanten te bekijken. Op dit moment ben ik werkzaam op een school met veel dieren. Van hagedissen tot tamme ratten en zelfs een schoolhond, meer dan één trouwens. Mijn ervaring is dat de honden niet veel in de klassen komen. Kinderen zoeken de dieren zelf op. De schoolhond die echt tot dusdanig wordt opgeleid is vooral bedoeld voor kinderen met faalangst.
In mijn ervaring hebben de dieren een positief effect op de kinderen die ze opzoeken. Een meisje dat druk en opstandig is in de klas wordt een heel ander kind met een konijn op schoot. Een kind dat verlegen is vindt comfort bij een van de honden.
Gezien dit soort duidelijk zichtbare positieve effecten zou ik niet zomaar een totaalverbod op dieren instellen op scholen.
Er moet goed gekeken worden naar de school en de populatie. Zijn die cultuurverschillen brekend of kan het helpen dichter tot elkaar te komen? Zijn kinderen met allergieën of angsten veilig (is er genoeg ruimte om comfortabel afstand te houden)? Het ligt dus niet alleen aan de dieren, maar ook de omgeving, de insteek en de flexibiliteit van de werknemers. Mocht het niet lukken met een schoolhond (blijkt deze toch rare trekjes te vertonen of niet houden van de drukte), kan deze dan thuis gehouden worden?
Voor werknemers zijn de schoolhonden ook echt een prettige aanwezigheid. Als ik zelf last heb van hoge werkdruk, dan ben ik blij als een van de honden even zijn kop op mijn knie legt om geaaid te worden.
Niet elke hond is een schoolhond en niet elke school is geschikt, maar voor veel kinderen én docenten is het onwijs positief.
Bedankt voor jouw reactie! Mijn standpunt is dat we voorbij moeten aan vasthouden aan positieve ervaringen omdat die onze objectiviteit vertroebelen. Ik ben zelf ook een dierenvriend, ben ermee opgegroeid en heb zelf huisdieren gehad. Toch blijkt dat er teveel haken en ogen zijn. Laat staan dat de APV het verbiedt. Hebben jullie ontheffing? Eigenlijk is de APV dat verbod al, waarvan je aangeeft dat we dat niet zouden moeten willen. Gek eigenlijk, dat het toch op scholen gebeurt. Je geeft aan dat het ook afhangt van flexibiliteit van werknemers. De vraag kan ook zijn of je dit als werknemer zou moeten accepteren.
Ik probeer ook even stil te staan bij wat er gebeurt….. een hond trainen als schoolhond…..een hond trainen in dienst van een mens…… als ik daar goed over nadenk vind ik dat niet zo diervriendelijk moet ik je eerlijkheidshalve bekennen. In die zin heb ik wel met de schoolhond te doen.